Terwijl de voorbereidende werkzaamheden voor de aanstaande sanering van een deel van de Broekpolder inmiddels al een flinke vertraging heeft opgelopen, heeft het college van burgemeester en wethouders vorige week besloten om de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam te vragen of zij bereid zijn een financiële bijdrage te leveren voor de kosten van die ophanden zijnde sanering en dit naar aanleiding van een breed gedragen motie.
Door Peter Spek
“Het verzoek was om in overleg met de provincie Zuid-Holland en andere betrokken instanties de gemeente Rotterdam of het Havenbedrijf mede verantwoordelijk te stellen voor de kosten van het te saneren deel van de Broekpolder. De provincie Zuid-Holland heeft op schriftelijke vragen van de Statenfractie van de SP echter laten weten geen actie richting de gemeente Rotterdam te ondernemen”, zegt wethouder Lianne van Kalken teleurstellend in een toelichting. De Broekpolder werd in de jaren zestig opgespoten met, naar achteraf bleek, zeer verontreinigd havenslib. Maar of het verzoek van de Vlaardingse wethouder kans van slagen heeft, moet betwijfeld worden, gezien de toen nog niet bestaande regelgeving over bodemsanering.
Verzelfstandigd
“De berging van de baggerspecie in de Broekpolder heeft plaatsgevonden in de periode van 1958 tot in 1975. De opdrachtgever was het toenmalige Havenbedrijf Gemeente Rotterdam, in de jaren tachtig hernoemd tot het gemeentelijke Havenbedrijf Rotterdam. In 2004 is het Havenbedrijf verzelfstandigd tot Havenbedrijf N.V, momenteel met de gemeente Rotterdam en de Nederlandse Staat als aandeelhouders”, zegt Lianne van Kalken. “Met de verwerking van het slib ten behoeve van de ophoging van de Broekpolder is dit materiaal in eigendom gekomen van de eigenaren van de Broekpolder. Voor 1975 bestonden er voor het toepassen van bouwstoffen, bijvoorbeeld grond of bagger als ophoogmateriaal, nauwelijks regelgeving en voorschriften voor de chemische samenstelling. Er zijn in de periode van 1969 tot 1975 dan ook geen monsters en chemische analyses uitgevoerd. Pas in de loop van 1976 kwamen de eerste berichten dat het aangebrachte baggerslib verontreinigd zou zijn op basis van een onderzoek door de Inspectie van de Volksgezondheid”, duikt Lianne van Kalken nog even in de geschiedenis van het aanbrengen van het havenslib in de Broekpolder.
Jurisprudentie
“Na het inwerking treden van de Interim-wet bodemsanering in januari 1983 en de Wet bodembescherming in juli 1986, is met jurisprudentie vastgesteld dat eigenaren of veroorzakers niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor bodemverontreiniging van vóór 1 januari 1975. Het ophogen van de Broekpolder met havenslib is destijds in overeenstemming met de gemeente Vlaardingen gebeurd.” Hoewel een aansprakelijkstelling op grond van de bodemregelgeving geen kans van slagen heeft, wil de gemeente Vlaardingen toch in gesprek gaan met de gemeente Rotterdam of het Havenbedrijf Rotterdam voor een bijdrage aan de saneringswerkzaamheden. “Wij betreuren het natuurlijk dat in de jaren zestig het gebied met een dikke laag verontreinigd slib is opgehoogd. Mede daardoor is het gebied nadien niet voor woningbouw ingericht. Wij zijn blij met het initiatief van de Federatie Broekpolder om het gebied aantrekkelijker te maken dan het nu al is. Het te saneren deel willen wij nog mooier, diverser en duurzaam maken om tot een toekomstbestendig recreatiegebied te komen”, besluit Lianen Kalken.
Foto: Marianne van Straten
Tekst: Peter Spek, Groot Vlaardingen van 13 juni 2023